Het Japanse woord kata betekent letterlijk ‘vorm’. In karate verstaan we onder kata dan ook een stijlfiguur, een serie karatebewegingen in een vaste volgorde en volgens een vast patroon. Eigenlijk moet je een kata zien als een van tevoren afgesproken gevecht tegen verschillende denkbeeldige tegenstanders, die uit verschillende richtingen komen. Daarbij maakt een karateka gebruik van trappen, stoten, vegen, slagen, blokken en worpen. De karateka verplaatst zich door te stappen, te draaien, op de grond te vallen en te springen. De technieken en de bewegingen moeten daarbij zo perfect mogelijk worden uitgevoerd. Bovendien speelt snelheid, kracht, flexibiliteit, timing en ritme een belangrijke rol.
Kata zijn een belangrijk middel voor een karateka om standen, verplaatsingen, verdedigings- en aanvalstechnieken te oefenen. Het Shotokankarate, dat we bij Kishido Karate onderwijzen, kent 26 verschillende kata, elk met hun eigen naam en betekenis en verschillend in moeilijkheidsgraad.
In elke kata komen één of meer kiai’s voor. Een kiai is meer dan alleen maar een schreeuw. Het is op die momenten dat een karateka volledig toegewijd moet zijn en alle beschikbare energie moet richten op het juist uitvoeren van een bijzonder krachtige techniek.
De basiskata zijn bedoeld om een speciale techniek of een bepaalde stand te leren of te perfectioneren, in de kata voor gevorderden komen meer verschillende technieken voor. Bij de ene kata ligt de nadruk op snelle en krachtige bewegingen, bij de andere staan beheerste en krachtige bewegingen centraal. Het is belangrijk om alle kata die je ooit geleerd hebt, regelmatig te blijven oefenen. Ook zwartebanders moeten de basiskata dus blijven lopen. Want pas na vele jaren training leer je de ware betekenis van een kata kennen.
Er wordt wel eens gezegd dat kata een schijngevecht is, maar dat gevecht is zo gestileerd dat het in werkelijkheid nooit zou kunnen plaatsvinden. Een kata is veel meer een manier om te laten zien dat je opeenvolgende technieken en bewegingen vloeiend en in de juiste vorm kunt uitvoeren. In het begin zul je vooral bezig zijn om de technieken zo goed mogelijk en in de correcte volgorde uit te voeren. Als je langer traint zul je je bij het uitvoeren van een techniek meer gaan focussen op het visualiseren van de tegenstander. Wanneer je ook dat beheerst, kom je in de fase dat je in staat bent uit te leggen hoe de gebruikte technieken precies bedoeld zijn. Dat noemen we in karate bunkai.
Kata worden aangeleerd en geoefend tijdens de trainingen. Het lopen van een kata maakt deel uit van elk karate-examen. Voor de lagerebandexamens staat vast welke kata je moet lopen, bij de hogerebandexamens ligt een deel vast en mag je een deel zelf kiezen. Als je het leuk vindt, kun je meedoen aan katawedstrijden. Dat kan zowel individueel als in teams van drie karateka. Een deskundige jury bepaalt wie of welk team een kata het best heeft uitgevoerd.